Niet-begeleide minderjarige

Als je als minderjarige (jonger dan 18) een aanvraag indient en je ouder(s) of wettelijke voogd zijn niet in België, dan volg je de procedure voor niet-begeleide minderjarigen. Deze procedure is dezelfde als voor volwassenen, maar met een aantal bijzonderheden.

Start asielprocedure
Asiel aanvragen

Bij de start van de asielprocedure:

  • vul je bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) een signalementsfiche in met je identiteitsgegevens. Je toont je identiteitsdocumenten en legt eventueel andere relevante documenten over de redenen van je vlucht uit je land neer
  • gebeurt eventueel een leeftijdsonderzoek
  • wijst de Dienst Voogdij een voogd toe indien jouw minderjarigheid wordt bevestigd.

Het registratieproces verloopt verder hetzelfde als bij volwassenen. 

Tijdens het eerste gesprek bij de DVZ is je voogd verplicht aanwezig. Het eerste gesprek verloopt verder hetzelfde als bij volwassenen. 

Eerste gesprek

Wegbeschrijving

De DVZ nodigt je uit voor een gesprek op dit adres: Pachecolaan 44, 1000 Brussel

Inhoud van het eerste gesprek 

Tijdens dit gesprek stelt de DVZ vragen over je identiteit, je familiale situatie, je verblijfplaatsen, je reisweg en de redenen waarom je asiel aanvraagt. Leg zeker al je originele identiteitsdocumenten en eventueel andere relevante documenten over de redenen van je vlucht uit je land voor. Vertel tijdens dit gesprek alle redenen die tot jouw vlucht hebben geleid.
Het eerste gesprek dient als basis voor het tweede gesprek op het CGVS, waarin dieper zal ingegaan worden op de redenen waarom je asiel hebt aangevraagd.  

Het tweede gesprek
Voorbereiding op het tweede gesprek

Samen met je voogd en/of advocaat bereid je je voor op het gesprek op het CGVS. Je overloopt de redenen waarom je gevlucht bent en waarom je niet wil of kan terugkeren naar je land. Met de hulp van je voogd verzamel je documenten over je identiteit, je familie en de redenen van je vlucht.

Aanwezigen tijdens het gesprek

Tijdens het gesprek is je voogd verplicht aanwezig. 

Als je jonger bent dan 15 jaar, vindt het gesprek plaats in een aangepast lokaal. Je kan je verhaal vrij vertellen, maar je kan ook dingen uitleggen door ze te tekenen of met Duplo®-poppetjes uit te beelden. 

De protection officer die je interviewt, is speciaal opgeleid om gesprekken met kinderen te houden.

Je voogd steunt je tijdens het gesprek en mag opmerkingen maken. Hij/zij let erop dat je alle redenen voor je vlucht vrij kan vertellen.

Je kan je ook laten bijstaan door een advocaat. De advocaat kijkt tijdens het gesprek toe of alles correct verloopt en mag enkel op het einde opmerkingen maken.

Inhoud van het gesprek

Het is belangrijk dat je tijdens het gesprek:

  • vertelt wat er echt gebeurd is 
  • eerlijke informatie geeft over je familieleden en waar ze zijn
  • je eigen verhaal vertelt, niet wat je hebt gehoord van anderen of wat iemand jou heeft ingefluisterd

Vertel wat je zelf hebt meegemaakt en waarom je niet wil of kan terugkeren naar je land. Vertel je eigen verhaal. Vertel geen ander verhaal of iets dat je wordt ingefluisterd, maar vertel wat jou persoonlijk is overkomen. Tijdens het gesprek wordt de geloofwaardigheid van je verhaal onderzocht, dus het is belangrijk dat je een duidelijk en volledig zicht biedt op jouw echte situatie. 

De protection officer zal je veel vragen stellen. Als je het antwoord op een vraag niet weet, kan je dat gewoon zeggen. Dat is beter dan iets te verzinnen. 

Wat je vertelt tijdens het gesprek wordt vertrouwelijk behandeld. Dit wil zeggen dat het CGVS deze informatie met niemand deelt. De autoriteiten van je land van herkomst of de personen die je vervolgen komen niet te weten dat je asiel hebt aangevraagd en wat je hebt verteld. Hetgeen je vertelt, wordt ook niet gedeeld met je gezinsleden als je dit niet wilt.  

Het gesprek duurt gemiddeld drie à vier uur, maar het kan ook langer of korter zijn. Er is een pauze voorzien na ongeveer anderhalf uur. Je kan ook altijd zelf een pauze vragen als je er nood aan hebt. 

Documenten en bewijsstukken

Het is belangrijk dat je originele documenten neerlegt die aantonen wie je bent en wat je hebt meegemaakt in je land. Belangrijke documenten zijn bijvoorbeeld je paspoort of identiteitskaart. Heb je geen identiteitsdocumenten, dan kan je ook andere documenten voorleggen die je identiteit kunnen staven, zoals schoolattesten, identiteitsdocumenten van je ouders of een militair boekje. Verzamel ook documenten die kunnen aantonen waarom je niet wil of kan terugkeren naar je land, bijvoorbeeld gerechtelijke documenten.

Doe al het mogelijke om originele documenten te laten overkomen of opsturen en houd zeker geen documenten achter. 

Leg documenten neer die gaan over je persoonlijke situatie. Je hoeft geen documenten te verzamelen die over de algemene informatie in je land gaan. Je kan er op rekenen dat het CGVS op de hoogte is van de toestand in je land. 

Heb je geen documenten, leg dan tijdens het gesprek uit hoe dit komt. Laat zeker geen documenten vervalsen of valse documenten aanmaken, want dit kan een negatieve invloed hebben op de beoordeling van je asielaanvraag.

De documenten die je afgeeft op het CGVS, worden veilig bewaard. Je kan ze op elk moment tijdens de procedure terugvragen. 

Beslissing

Wachttijd
Na het gesprek ga je terug naar het opvangcentrum of je verblijfplaats. Ondertussen gaat het CGVS alle informatie analyseren om tot een beslissing te komen. De wachttijd voor een beslissing varieert. We beogen een beslissing te nemen binnen de twee maanden na het gesprek, tenzij er bijkomend onderzoek nodig is. Het is mogelijk dat een landgenoot later in België is toegekomen en toch eerder een beslissing krijgt. Dit is geen reden om je zorgen te maken. Elk asielaanvraag is anders en wordt geval per geval onderzocht. Het CGVS begrijpt dat een lange wachttijd zorgt voor spanning en onzekerheid.  Het CGVS doet er alles aan om zo snel mogelijk een beslissing te nemen. 

Hoe neemt het CGVS een beslissing? 
Na het tweede gesprek onderzoekt het CGVS je aanvraag. Het CGVS houdt rekening met: 

  • je leeftijd, achtergrond, opleidingsniveau, geslacht en maturiteit
  • het feit dat je als kind niet alles op dezelfde manier ervaart en beleeft als een volwassene

Het CGVS onderzoekt eerst de geloofwaardigheid van je verklaringen en documenten:

  • Klopt de informatie die je hebt gegeven tijdens je gesprek? 
  • Zijn je documenten echt?
  • Zijn je verklaringen over waar je vandaan komt en wat je hebt meegemaakt, geloofwaardig?

Als je verklaringen en documenten geloofwaardig zijn, dan gaat het CGVS na of:

  • Je aanvraag voldoet aan de criteria van de Vluchtelingenconventie van Genève: je vreest voor vervolging wegens je nationaliteit, je etniciteit, je politieke of religieuze overtuiging of omdat je tot een bepaalde sociale groep behoort. 
  • Indien je niet in aanmerking komt voor de vluchtelingenstatus, onderzoekt het CGVS of je de subsidiaire beschermingsstatus kan krijgen: je loopt bij terugkeer naar je land een reëel risico op ernstige schade door doodstraf of executie, foltering of onmenselijke en vernederende behandeling of willekeurig geweld omwille van oorlog.
  • Het CGVS neemt een weigeringsbeslissing als je niet in aanmerking komt voor de vluchtelingenstatus of de subsidiaire beschermingsstatus.

Ga je niet akkoord met de beslissing, dan kan je een beroep indienen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.